Geen versoepeling meer voor plug-inhybrides?

Terug naar af

Enkele maanden geleden leek het erop dat de aftrekregels voor plug-inhybrides (PHEV’s) zouden worden versoepeld. Maar de regering-De Wever heeft dat plan intussen afgevoerd, althans voor vennootschappen.

Wat lag er oorspronkelijk op tafel?

In het regeerakkoord en in een ontwerpwettekst dit voorjaar stond dat de kosten van PHEV’s langer aftrekbaar zouden blijven dan voorzien in de Vergroeningswet. Voor voertuigen die vóór 1 januari 2028 werden aangeschaft, zouden de kosten aftrekbaar blijven volgens de gramformule, met een maximum van 75%, en zelfs tot 100% of 95% voor PHEV’s met een CO₂-uitstoot van maximaal 50 g/km.

Enkel nog voor eenmanszaken

Eind juni besliste de regering echter dat deze versoepeling alleen zal gelden in de personenbelasting, niet in de vennootschapsbelasting. De reden: de Europese Commissie vond de maatregel strijdig met de regels. Als België het plan toch had doorgezet, zou het € 282 miljoen steun uit een EU-garantiefonds mislopen.

Oude regeling blijft gelden

Voor vennootschappen verandert er dus niets. Net zoals bij klassieke wagens zijn de kosten van PHEV’s die sinds 1 juli 2023 zijn gekocht, geleased of gehuurd, slechts beperkt aftrekbaar:

- in 2026 nog 50%

- in 2027 nog 25%

- vanaf 2028: 0%

Mogelijke verstrenging brandstofkosten

Volgens de meest recente ontwerptekst komt er zelfs een extra beperking: brandstofkosten van alle niet-volledig elektrische auto’s, dus ook van PHEV’s, zouden vanaf 1 januari 2026 volledig niet-aftrekbaar worden.

Geen overgangsregeling

Kocht je dit voorjaar een PHEV met je vennootschap, dan kan je je niet beroepen op het regeerakkoord of de oorspronkelijke ontwerptekst. Een overgangsregeling voor dergelijke situaties komt er niet: de bevoegde minister wees dat voorstel expliciet af.